Werken met kinderen of jongeren betekent per definitie dat je met hun ouders te maken hebt. Dit is niet altijd makkelijk. Je komt in jouw werk ouders tegen die dingen doen of zeggen die afwijken van de algemene opvattingen over hoe je als ouder hoort te handelen in het belang van je kind. Wanneer dit gebeurt roept dat bij hulpverleners vaak emoties en gedachten op die het lastig maken de ouder in zijn of haar ouderrol te respecteren en positief te benaderen. Je kunt je onmachtig voelen om de ouder te bereiken en de ouder kan ervaren dat hij of zij faalt in het ouderschap. Het ligt voor de hand dat een goede (samenwerkings)relatie met de ouders essentieel is om jouw werk met hun kind te laten slagen. Maar hoe bouw je deze relatie op wanneer die niet van nature lijkt te ontstaan?

Wat leer je?

Je krijgt inzicht in het ouderschap vanuit de positie van de ouder. Tevens ervaar je met welke houding en gesprekstechnieken je toch binnenkomt en aansluit bij ouders die lastig te bereiken zijn.