Het kompas is een overzichtelijke plattegrond: een cirkel -de roos- met daarin vier vlakken (de windrichtingen) en een centrum (de kern).
Deze vier windrichtingen zijn altijd om ons heen, ze zijn onveranderlijk en ze horen bij de natuurlijke wereld waar wij ook uit voortkomen.

Elke windrichting heeft eigen kwaliteiten en speelt een specifieke rol in ons leven. Ze vullen elkaar aan en er is interactie.

Wat het kompas aan het ons vertrouwde toevoegt is ordening en verdieping. Het laat je zien op welke richting je krachten liggen en op welke richting je kunt groeien, waar je kracht kunt halen. Alles in de natuur is gericht op balans en harmonie. Het kompas brengt daarin haar eigen bijdrage.

Disbalansen kunnen ontstaan wanneer een richting meer aanwezig is in iemands leven dan een andere richting. We hebben allemaal toegang tot en bezitten allemaal aspecten uit alle vier de richtingen. Maar we hebben de neiging om liever in een van de richtingen te vertoeven dan in de andere.
De andere richtingen kunnen ons dan aanvullen, compenseren, in beweging zetten daar waar stagnatie optreedt. En de toegang tot de richtingen hebben we allemaal. Ze zijn er voor ons om ons dat te geven wat we nodig hebben op een bepaald moment. Het is aan ons om de andere richtingen op te zoeken en ons door hen te laten voeden.

Leerdoelen:

-Kwaliteiten van de 4 windrichtingen en ‘hun’ kijk op thema’s
-Balans-disbalans
-Schaduwkompas en hoe uit die schaduw te komen
-Pathologie van de 4 richtingen en waar ligt de heling
-Kompas van de 4 zielen
-Opstellingen en representeren
-Luisteren naar de vraag onder de vraag
-Oefeningen
-Reflectie
-Hoe toe te passen in de eigen praktijk