In de diagnostische fase bij patiënten met mogelijk obstructief longlijden dient er volgens de NHG-standaarden een uitgebreide anamnese afgenomen te worden en aanvullend onderzoek verricht te worden middels spirometrie. Als anamnestische bevindingen en spirometrie duidelijk in dezelfde richting wijzen is het doorgaans niet moeilijk om een behandelingsplan te maken.
In de praktijk zijn er echter vaak discrepanties: de anamnese past niet bij de spirometrie of de spirometrie laat een beeld zien dat niet past bij obstructief longlijden. Hoe weeg je deze verschillende gegevens en wat neem je ervan mee in je behandelingsplan? Wanneer behandel je zelf, wanneer verwijs je?
In deze onderwijsmodule wordt aan de hand van meer ingewikkelde casuïstiek stil gestaan bij het klinisch redeneren van de cursisten en de beslissingen die genomen moeten worden t.a.v. het te voeren beleid
Leerdoelen
Na het volgen van dit programma kan de cursist:
- Het belang van de anamnese voor diagnostiek en beleid bij obstructief longlijden toelichten
- Benoemen wat een 'volumenrespons' bij COPD is
- Uitleggen wanneer er aan restrictie of aan belangrijke comorbiditeit gedacht wordt
- De eigen beleidskeuzes onderbouwen
IA06-250