INLEIDING
In de LPA 8.1 wordt er vanuit een ander oogpunt naar de wervel immobilisatie gekeken, hoe werkt dit in de dagelijkse praktijk? Bij elke casuïstiek is het belangrijk om na te denken wat het beste is voor de patiënt, vanuit dit oogpunt volg de ambulanceprofessional het protocol. De ambulanceprofessional gaat tijdens deze themadag door middel van uitdagende kinder- en volwassen casuïstieken klinisch redeneren en de wervelimmobilisatie toepassen. Hierin is het belangrijk dat hij keuzes en vakinhoudelijk handelen onderbouwt, tot de overdracht en rapportage.
LEERDOELEN
Hoofddoel themadag:
Kennis en vaardigheden van de ambulanceprofessional op het gebied van wervel immobilisatie volgens LPA 8.1 protocol 10.9 en 10.10 op pijl brengen en houden.
Subdoelen themadag:
Vakinhoudelijk handelen
De ambulanceprofessional plant de zorg, stelt prioriteiten betreffende de interventies, beargumenteert de keuze van interventie en prioriteitstelling en geeft proactieve ondersteuning van het zorgbeleid daar waar nodig.
De ambulanceprofessional kan:
benoemen wat hij waarom moet doen op het gebied van wervelimmobilisatie volgens LPA 8.1.
laten zien dat hij op het juiste moment de juiste keuzes (LPA 8.1) maakt tijdens de uitvoering van een traumacasus.
laten zien dat hij protocollen 10.9 & 10.10 LPA 8.1 kan toepassen met als resultaat een adequate wervelimmobilisatie.
Communicatie
De ambulanceprofessional communiceert met directe collega’s, de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) en met ketenpartners, zodanig dat het zorgproces optimaal kan verlopen (effectief gebruik van communicatieprocedures/-technieken/-systemen).
De ambulanceprofessional kan:
een collega observeren tijdens de uitvoering van een casuïstiek uit de dagelijkse praktijk en elkaar feedback geven;
als team via de SBAR methode de casuïstiek overdragen aan een collega van de SEH.
Samenwerking
De ambulanceprofessional neemt de patiënt op een systematische wijze over en verwerkt de gegevens uit de overdracht. Hij organiseert de ambulancezorg als onderdeel van een keten van zorgverlening die de patiënt doorloopt. De ambulanceprofessional draagt de zorg en behandeling van de patiënt op een systematische wijze en tijdig over aan anderen binnen de keten van zorgverlening.
De ambulanceprofessional kan:
laten zien dat hij op het juiste moment de juiste keuzes maakt in samenwerking met zijn collega tijdens een traumacasus.
laten zien dat hij op het juiste moment actief gebruik maakt van de juiste mensen, middelen en materialen tijdens de uitvoering van een traumacasus.
kennis en ervaringen delen met collega’s tijdens de uitvoering van praktische casuïstiek