Wij, verloskundigen staan voor het behoud van fysiologie. Maar hoe komt het dan dat er zo veel episiotomieën worden gezet?
Het doel van deze regionale MIO-bijeenkomsten is dat verloskundigen samen met collega’s hun attitude ten aanzien het zetten van een episiotomie onderzoeken en bepalen. Ze gaan aan de slag met onderstaande vragen die kunnen helpen hun attitude te bepalen.
Hoe vaak zet u een epi? Wat laten uw praktijkcijfers zien? Wat zijn uw overwegingen om een epi te zetten? Wat vertelt u aanstaande ouders hierover in de zwangerschap?
In Nederland is er een grote spreiding in het aantal episiotomieën in de verschillende echelons (1e, 2e & 3de lijn). Cijfers van Perined van 2010-2013 laten een variatie zien in de eerste lijn bij nullipara van 14% tot 42%. In de tweede lijn is er een verschil van 46% tot 67% bij nullipara. Aan een episiotomie zijn verschillende risico's verbonden: meer bloedverlies en vaker pijnklachten post partum, vaker klachten van dyspareunie.
De KNOV nodigt u van harte uit voor de MIO-bijeenkomsten in het najaar, waarbij de episiotomie centraal staat.
Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen