Leergang Hartcentrum: Acute Coronair Syndroom (ACS)
In deze module komen aan de orde  o.a. de pathologie, ECG-leer en invasieve diagnostiek en interventies.
Via een digitale cursuspagina vindt u alle informatie ter voorbereiding op de lesdag, zoals het lesprogramma, leerdoelen, voorwerkopdracht en artikelen.

Leerdoelen:

Anatomie, fysiologie en pathologie

• Heeft kennis genomen van de anatomie/fysiologie van het hart
• Kent de pathofysiologie van het acuut coronair syndroom:

Angina pectoris (wel ST afwijkingen, geen enzymstijging)

• Kan de oorzaken van angina pectoris benoemen
• Kan de symptomen van angina pectoris benoemen en herkennen
• Kan de belangrijkste ecg afwijkingen bij angina pectoris benoemen en herkennen
• Kan benoemen hoe de diagnose angina pectoris wordt gesteld
• Kan de behandeling en verpleegkundige aspecten van angina pectoris benoemen

Non STEMI (geen ST-elevatie, wel enzymstijging = myocardinfarct)

• Kan de oorzaken van non STEMI benoemen
• Kan de symptomen van non STEMI benoemen en herkennen
• Kan de belangrijkste ecg afwijkingen bij non STEMI benoemen en herkennen
• Kan benoemen hoe de diagnose non STEMI wordt gesteld
• Kan de behandeling en verpleegkundige aspecten van non STEMI benoemen

STEMI (wel ST elevatie, wel enzymstijging = acuut myocardinfarct)

• Kan de oorzaken van het ontstaan van een STEMI benoemen
• Kan symptomen van een STEMI benoemen en herkennen
• Kan de belangrijkste ecg afwijkingen bij een STEMI benoemen en herkennen
• Kan de behandeling en verpleegkundige aspecten van een STEMI benoemen.

Laboratoriumonderzoek

• Kan de meest voorkomende laboratoriumuitslagen interpreteren (tw: trop-T, CPK, CPK-MB)

Behandeling

• Kan aangeven welke verpleegkundige zorg: observaties en interventies van belang zijn bij een patiënt met een acuut coronair syndroom
• Medicamenteus
• Kan de  werking van nitraten, ß-blokkers, gebruikelijke antistolling bij ACS benoemen
• Kan de globale bijwerkingen van nitraten, ß-blokkers, antistolling benoemen
• Kan nitraten, ß-blokkers, antistolling  klaar maken voor gebruik, indien van toepassing volgens handboek parenteralia
• Kan de verpleegkundige observaties omtrent het toedienen van nitraten, ß-blokkers, antistolling benoemen en kan aangeven hoe te handelen bij optredende calamaiteiten.

Invasief

• Kan de indicaties, contra-indicaties en complicaties van een hartcatheterisatie, PCI benoemen en kan de verpleegkundige interventies bij een complicatie benoemen
• Kan aangeven welke verpleegkundige zorg van belang is bij een patiënt die een hartcatheterisatie en of een PCI moet of heeft ondergaan.
• Operatief/ CABG (alleen indicaties benoemen, wordt dieper op ingegaan in module thoraxchirurgie)