De kaakchirurg en de specialist ouderenzorg (zie programma-commissie) treden samen op, dat wil zeggen als duodocenten die de onderwerpen en leerdoelen, afhankelijk van het specifieke karakter, samen presenteren. Algemene gezondheid en mondgezondheid worden bij ouderen op verschillende manieren bedreigd en kennen ook een mate van interdependentie: aantastingen van het gebit, slijmvliesdefecten en veranderende geur- en smaakperceptie zijn van invloed op de algemene gezondheidstoestand en daarmee op de levensvreugde van ouderen. Het scala aan afwijkingen dat zich manifesteert, worden door de huisarts en tandarts als eerste opgemerkt. Docenten gaan in op stoornissen en afwijkingen, die een levensloopbestendige mondgezondheid in de weg staan en welke behandelingen -preventief en genezend- daar tegenover staan.
Patiënten zijn langer ’palliatief’ en zowel huisarts als tandarts komen meer en langer in aanraking met terminale zorg. Welke (mond)hygiënische zorg is wenselijk/noodzakelijk bij een beperkte levensverwachting die dat leven zo comfortabel mogelijk houden.
leerdoelen :
-kennis van de verschillende laesies in de mond en behandelopties
-kennis van anatomie van het aangezicht en de verschillende fracturen
-kennis van reuk -en smaakstoornissen en verwijs-mogelijkheden
-kennis van de speeksel ,speekselklieren en de pathologie
-kennis van gebruik van oral anticoagulantia en de tandheelkundige implicaties
-kennis van de laatste behandelopties in de hoofd-hals oncologie
-kennis van polyfarmacie en reductie in de palliatieve fase
-weet het verschil te benoemen tussen een moreel probleem en een moreel dilemma
-kennis van basisprincipes en samenwerkingsvormen van de palliatieve zorg
-kennis van samenhang tussen mondzorg (gebit) en andere mondafwijkingen
Het bevorderen van nascholing voor medische beroepen en nascholing voor het notariaat.