Inhoud

- Randvoorwaarden voor het opzetten en uitvoeren van kortdurende schematherapie: experiëntiële technieken (individueel en groep).
- De voor- en nadelen van een gesloten (protocollaire) versus open groepstherapie. De verschillende fasen in het groepspsychotherapie proces alsmede de houding en interventies van de therapeuten worden besproken.
- Indicatiestelling en motivatie van patiënt voor deelname aan dit protocol en bespreekbaar maken van valkuilen waar patiënt tijdens de therapie tegen aan zal lopen.
- Oefenen met experiëntiële technieken  in een kortdurende schematherapie waarbij aandacht is voor de groep en individuele therapie: diagnostische imaginatie,  imaginatie met rescripting, meerstoelentechniek, (historische) rollenspel, en het gebruik van non-verbale therapietechnieken.

- Bewust worden en stilstaan bij co-therapie en groepspsychotherapeutische processen.

Werkwijze/ werkvormen: De bijeenkomsten hebben een interactief karakter. Naast het bespreken van theorie en de literatuur wordt van de deelnemers verwacht dat zij door middel van rollenspellen hun vaardigheden verder ontwikkelen. Rollenspelen vinden vooral in de groep plaats, waarbij regelmatig gebruik wordt gemaakt van inspringers. Ook de therapeutische relatie wordt vaak besproken en geoefend, als ook groepstherapie wordt geoefend. 

Het doel (leerdoelen): De deelnemers zijn na afloop van de cursus in staat om een “kortdurende schemagroepstherapie; experiëntiële technieken” op te zetten en uit te voeren

Voor wie: GZ-psychologen, psychotherapeuten, klinisch psychologen en psychiaters die reeds de basiscursus schematherapie met succes hebben afgerond.