Deel 1:

Van alle patiënten met klachten aan het bewegingsapparaat heeft in Nederland 14.9% enkel- of  voetklachten. Daarvan bezoekt 40% een huisarts, 30% een specialist en 18,2% een fysiotherapeut. Meldingen bij huisartsen en geregistreerde blessures aan enkel of voet waarvoor (para)medische hulp is gezocht, bedragen respectievelijk 464.000 en 1.100.000 per jaar. Om de effectiviteit van een behandeltraject te bepalen zijn goede meetinstrumenten een vereiste. Daarvoor worden in de praktijk steeds vaker vragenlijsten ingezet. De KNGF-Richtlijn enkelletsel (2006) adviseert de functiescore van de Bie, de Patiënt Specifieke Klachten (PSK) en de Ganganalyselijst Nijmegen te gebruiken bij voet- of enkelklachten. Deze meetinstrumenten worden als “best practice” beschouwd, maar in de praktijk kennen ze nadelen: onder andere het feit dat er binnen de ICF slechts op één domein gemeten wordt. Recent zijn er vragenlijsten ontwikkeld die op meerdere domeinen het voetprobleem van de patiënt in kaart brengen.

De Foot Health Status Questionnaire (FHSQ) heeft goede meettheoretische eigenschappen en een relatief korte invultijd. Een Nederlandstalige versie was echter nog niet beschikbaar.  In deze  voordracht wordt het vertalingsproces van de FHSQ toegelicht (volgens de Beatonmethode) en een kwantitatief onderzoek naar de betrouwbaarheid van de Nederlandstalige versie ervan. Testtheoretische eigenschappen komen daarbij aan de orde en de vragenlijst wordt vergeleken met beschikbare alternatieven.

Onderwijsvorm: hoorcollege.

Deel 2:

Voor de effectiviteit van mobiliserende behandeltechnieken aan de gewrichten van enkel en voet bestaat enige evidentie. Daarbij is er een grote verscheidenheid aan behandeltechnieken in deze regio; mede omdat er in de voet veel en complexe articulaties bestaan. Aan de School voor manuele therapie Utrecht (SMTU) zijn de bewegingsvoorkeur van de patiënt, artrokinematica en functionele Anatomie de basis voor het ontwerpen van behandeltechnieken. Dit geldt ook voor enkel en voet, waar rekening moet worden gehouden met de gesloten kinematische keten die de achtervoet vormt. Recente gegevens over de positie en de richting van bewegingsassen, bewegingsuitslagen en bewegingskoppelingen worden kort toegelicht en de toepassing van behandeltechnieken wordt gedemonstreerd. Het verkrijgen of verbeteren van vaardigheid in de uitvoering van behandeltechnieken vormt het belangrijkste doel van dit cursusdeel.

Onderwijsvormen: hoorcollege, demonstratie en vaardigheidsonderwijs.

Leerdoelen:

Na deze scholing:

- heeft de deelnemer inzicht in de testtheoretische eigenschappen van de Nederlandstalige versie van de FHSQ (FHSQ-NL);

- kent de deelnemer de praktische betekenis van test-hertest-betrouwbaarheid, SDC en SEM van de FHSQ-NL;

- interpreteert de deelnemer een Bland-Altman-plot;

- kan de deelnemer het gebruik van de FHSQ-NL in theorie en praktijk vergelijken met dat van andere beschikbare meetinstrumenten bij voet- of enkelklachten;

- past de deelnemer recente gegevens over gekoppelde bewegingen en de positie van bewegingsassen toe bij het uitvoeren van behandeltechnieken aan enkel en voet;

- is de deelnemer in staat om voor driedimensionale bewegingen in de gewrichten van enkel en voet te bepalen wat de uitgangshouding van de patiënt is, wat de positie van de behandelaar en of de gewrichtsbeweging vanaf proximaal of distaal wordt ingezet;

-    heeft de deelnemer vaardigheid verworven in het uitvoeren van driedimensionale bewegingen in de gewrichten van enkel en voet, rekening houdend met recente gegevens uit de functionele Anatomie.