Leerkracht-Leerling: Interactiegerichte Coaching (LLInC); Reflectie op professionele opvoedingsrelaties. Doel van de training is dat de gedragswetenschapper deze interventie zich eigen maakt en zelfstandig kan inzetten Het Leerkracht Relatie Interview (LRI) wordt gebruikt als uitgangspunt voor deze relatiegerichte reflectie. LLInC  is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd in de onderwijspraktijk door Dr. H. Koomen (Universiteit van Amsterdam) en Dr. J. Spilt (Katholieke Universiteit Leuven) in de periode 2005 tot 2010 aan de Universiteit van Amsterdam. In meerdere wetenschappelijke studies hebben zij het programma empirisch onderzocht en (de materialen/werkwijze) doorontwikkeld. In een eerste interventiestudie is LLInC, onder de naam Relatiegericht Reflectie Programma, uitgevoerd bij kleuterleerkrachten. De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in Spilt (2010) en Spilt et al. (2012). Momenteel wordt LLInC, onder de naam Relatiegerichte reflectie in het basisonderwijs met behulp van het Leerkracht Relatie Interview, door Marjolein Zee (Universiteit van Amsterdam) en Jolien Geerlings (Universiteit Utrecht) toegepast bij leerkrachten in de bovenbouw van het basisonderwijs als onderdeel van het NWO onderzoeksproject Omgaan met verschillen in de klas: de rol van leerkracht self-efficacy.

Het doel van de training is dat de gedragswetenschapper deze interventie zich eigen maakt en kan inzetten. Deze intensieve training is gericht op het inzetten van een wetenschappelijke interventie. hiertoe wordt de wetenschappelijke onderbouwing als kennis overgedragen, wordt recente wetenschappelijke kennis over leerkacht-leerling relaties en interacties aangereitk, wordt men getraind in het gestandaardiseerd afneme van het diagnostisch instrument LRI (interview), wordt met geleerd het instrument te scoren en worden vaardigheden aangereikt om de leraar bij de terugkoppeling van het profiel aan te zetten tot reflectie.

De interventie LLInC zal de gedragswetenschapper met name inzetten voor leraren die zijn vastgelopen in de relatie met een leerling en daardoor minder professioneel kunnen handelen naar een leerling. Relatiegerichte reflectie wil bij de leraar een ‘open mindset’ bevorderen. Daarnaast wordt de leraar via relatiegerichte reflectie uitgedaagd om te onderzoeken hoe emoties van invloed zijn op zijn houding en handelen ten aanzien van de leerling. Hierdoor kan een basis gelegd worden voor daadwerkelijke gedragsverandering. De competenties die hierbij gevraagd worden van de gedragswetenschapper zijn zeer divers en vraagt veel oefening en training. De cursus is dan ook intensief en vraagt veel inspanning tussen de bijeenkomsten in door het toepassen, scoren en tereugkoppelen van het profiel en het reflecteren om je eigen handelen hierin als gedragswetschapper en het geven van feedback aan je collega's. De cursisten krijgen persoonlijke feedback van de docenten op een op video aan te leveren interventie die zij hebben uitgevoerd. De cursisten moeten alle tussentijdse en eindopdrachten maken en inleveren om aan het einde van de cursus te voldoende aan de eind eisen voor deze training en daarmee de competenties aangetoond om deze interventie zelfstandig in te kunnen zetten.