De scholingen beslaan het hele proces van indiceren tot en met het gebruik van een classificatiesysteem binnen het elektronisch cliënten dossier (ECD). Daarbij wordt iedere scholing in de vorm van een workshop op maat gemaakt per zorgorganisatie aansluitend op de specifieke vraag en behoeften van wijkverpleegkundigen. De scholingen kunnen op zichzelf staan of onderdeel zijn van de implementatie van het ECD binnen een zorgorganisatie. Scholingen worden gegeven door Wijtz en/of Infozorg. 

Inhoud

De volgende onderwerpen worden behandeld tijdens de scholingen:

• Opfrissing van de kennis en kunde in het kader van professionalisering van de wijkverpleging. De volgende onderdelen komen daarbij aan bod binnen de context van de ontwikkeling van de wijkverpleging:
  • CANMEDS rollen;
  • Wijkverpleegkundig proces;
  • Methodisch werken;
  • Verpleegkundig redeneren;
  • Normenkader V&VN.
• Wat is een classificatiesysteem? Bijvoorbeeld OMAHA of Nanda Nic Noc. Het classificatiesysteem en diens kenmerken wordt uitgelegd en toegelicht aan de hand van voorbeelden. Tijdens de scholingen doorlopen cursisten minstens één casus waarbij zij het gebruik van het classificatiesysteem kunnen oefenen op een situatie uit de praktijk.
• Hoe ondersteunt een classificatiesysteem de wijkverpleegkundigen bij het wijkverpleegkundig zorgproces? Denk daarbij aan het indiceren, opstellen van het zorgplan en het evalueren van de zorg. Tijdens de scholingen wordt het hele wijkverpleegkundig proces doorlopen en wordt benoemd hoe het classificatiesysteem hierin kan ondersteunen.
• Het gebruik van een classificatiesysteem binnen het ECD. Er wordt uitgelegd en gedemonstreerd hoe het classificatiesysteem gebruikt kan worden binnen het ECD. Daarbij wordt het wijkverpleegkundig zorgproces doorlopen en gedemonstreerd (van het indiceren tot evalueren van zorg) binnen het ECD.

Leerdoelen

Na afloop van de scholing:

• Is kennis en kunde opgefrist van essentiële onderwerpen in het kader van professionalisering van de wijkverpleging en kan de wijkverpleegkundige deze plaatsen in de context van de ontwikkeling van de wijkverpleging;
• kent de wijkverpleegkundige de inhoud van het classificatiesysteem;
• is de wijkverpleegkundige in staat (kenmerken van) het classificatiesysteem te verbinden aan voorbeelden uit de praktijk;
• kan de wijkverpleegkundige benoemen hoe het classificatiesysteem hem/haar ondersteunt in het zorgproces en het methodisch handelen in de wijkverpleging;
• weet de wijkverpleegkundige hoe hij/zij het classificatiesysteem kan gebruiken in het ECD.