Acute en chronische pijnklachten in en om gewrichten komen frequent voor. De oorzaak kan traumatisch, degeneratief of belastingsgerelateerd zijn. Voor de diagnostiek en behandeling is een goede kennis van de functionele anatomie nodig en met een gerichte anamnese en lichamelijk onderzoek zijn de meeste pijnklachten snel en adequaat te determineren.

Naast relatieve rust, spalken, bandages, fysiotherapie en pijnstillers zijn peri- en intra-articulaire injecties met corticosteroïden, al dan niet in combinatie met anesthetica, een effectieve behandeloptie.

In deze cursus wordt de etiologie, de functionele anatomie en de diagnostiek van de meest voorkomende pijnsyndromen summier behandeld.

Veel aandacht wordt gegeven aan de indicatiestelling, de techniek en de nazorg van injecties.

Behandeld worden:

- Scapulo-humerale capsulitis

- Subacromiaal syndroom

- Epicondylitis lateralis

- Carpaal tunnel syndroom

- Trigger finger

- Quervain tendinitis

- Bursa trochanterica

- Intra-articulair knie

- Fascia plantaris

De injecties worden meerdere malen behandeld, steeds met behulp van andere didactische middelen: diapresentaties, filmmateriaal, aftekenen op het eigen lichaam of dat van medecursisten, oefenen op fantomen en oefenen op snijzaalpreparaten. Het doel is dat de stap naar het geven van injecties in de spreekuursituatie zo klein mogelijk wordt gemaakt.

Het zwaartepunt van de cursussen ligt op het oefenen van de anatomie in vivo ter voorbereiding op de injectie en uiteraard op het uitvoeren van de diverse injectietechnieken. Voor het oefenen van de injecties zijn anatomische preparaten en fantoomgewrichten beschikbaar.