Tijdens deze bijscholing krijgen (leerling) kraamverzorgenden  handvatten aangereikt om de zorgverlening aan allochtone gezinnen zo optimaal mogelijk aan te laten sluiten op de wensen, behoeften en beleefwereld van de cliënt. Hierbij worden o.a. de volgende onderwerpen behandeld: interculturele communicatie, succesvol informeren en adviseren en bijzondere gezondheidsrisico's.

Leerdoelen:

Na het volgen van de bijscholing is de kraamverzorgende….

• in staat zich in te leven in de culturele achtergrond en de gebruiken van het gezin. Zij houdt hier vervolgens rekening mee in het aanbod van zorg en advies, en in de benadering van het gezin. Hierdoor kan zij de zorgverlening nog beter aan laten sluiten op de behoeften van de kraamvrouw.
• zich bewust van extra risico’s in de zorgverlening aan allochtone gezinnen.
• in staat om een open gesprekssituatie te creëren over haar rol tijdens de kraamtijd, en indien van toepassing over waargenomen culturele verschillen, veiligheidsrisico’s of bijzondere gebruiken. Zij is in staat om met respect voor de kraamvrouw en haar gezin belangrijke zaken rond de kraamtijd te bespreken. Daarbij staat zij ook open voor feedback van het gezin op haar eigen handelen.
• zich bewust van problemen/storingen die zich voor kunnen doen in de communicatie met het allochtone gezin. Zij is in staat haar boodschap helder over te brengen, ongeacht de afkomst en het taalniveau van het gezin.
• in staat om de kraamvrouw -en andere aanwezigen in het gezin- voorlichting te geven op een wijze die aansluit bij de beleefwereld en het niveau van de cliënt. Hierbij heeft zij extra aandacht voor de gezondheidsvaardigheden van de cliënt en de persoonlijke voorkeuren die voortkomen uit de achtergrond van de cliënt. De cliënt en haar omgeving worden zodanig benaderd en geïnformeerd dat zij de informatie en het advies begrijpt en ook het belang ervan inziet.
• zich bewust van de spanning tussen veiligheid en (culturele)voorkeuren die zich kunnen voordoen in de zorg voor allochtone gezinnen. Zij kan een afweging maken van voor- en nadelen en op basis hiervan het gezin adviseren en instrueren.