De basiscursus cognitieve gedragstherapie vormt het cursorisch deel van de opleiding tot (aspirant)-cognitief gedragstherapeut. In de basiscursus maakt de cursist kennis met de denk- en werkwijze welke in het algemeen wordt gehanteerd binnen de cognitieve gedragstherapie.
De basiscursus bestaat uit twee delen, een eerste inleidend deel (6 bijeenkomsten) welke zich richt op het aanleren van de theoretische invalshoek, zoals de leertheorie en de analyses (verklarende diagnostiek) en een verdiepingsdeel (11 bijeenkomsten), welke zich richt op hoe je vanuit de analyse verschillende cognitief gedragstherapeutische technieken o.a. de cognitieve therapie kunt toepassen.
In het praktische werken in de cursus zal de aandacht uitgaan naar het werken met kinderen en jeugdigen en hun ouders. In de cursus zal ook aandacht zijn voor de therapeutische relatie en het gebruik van motivatietechnieken daarbij en voor het werken met protocollen.
Na afronding van de basiscursus is de cursist in staat gedragstherapiee¨n uit te voeren.
Het doel van de cursus is dat de deelnemer aan het eind:
· inzicht heeft in de ontwikkeling van de cognitieve gedragstherapie in relatie tot de experimentele (leer)psychologie en de cognitieve therapie.
· de principes van CGt heeft leren toepassen
· in staat is tot het maken van functie- en betekenisanalyses en deze onder supervisie kan toepassen.
· in staat is tot het ontwerpen van modificatieprocedures op basis van aangrijpingspunten van het probleem en deze onder supervisie in de praktijk kan brengen.
· in principe zicht heeft op en om kan gaan met het cognitief gedragstherapeutische proces.
Instituut voor opleidingen, training, coaching en supervisie