Leerdoelen tijdens de cursus: Bekend worden met de achtergronden en mogelijkheden van het dragen van jonge kinderen, de basisprincipes van ergonomisch dragen en de meest voorkomende draagsystemen. Voldoende achtergrondkennis verkrijgen om vragen van ouders hierover onderbouwd te kunnen beantwoorden. Basistechnieken van dragen aan ouders kunnen tonen en instrueren. Kennis verkrijgen om bij specifieke casuïstiek binnen het eigen vakgebied dragen efficiënt en gericht toe te passen. Inzicht verkrijgen in geldende waarden en normen voor het bepalen wanneer advisering van ergonomisch dragen binnen de kaders van het eigen vakgebied valt. Kennis verkrijgen van de eigen valkuilen op het gebied van ergonomisch dragen en de technieken om deze te voorkomen
Inhoud
Theorie:
- De biologische, psychologische, fysiologische en motorische functies en effecten van dragen
- Veiligheid en ergonomie bij dragen
- Dragen in specifieke zorgsituaties (o.a. huilen en onrust, sondevoeding/infuus, (kans op) heupdysplasie, kinderen met beperkingen en prematuriteit)
- Discussie over waarden en normen van het integreren van ergonomisch dragen binnen het eigen vakgebied
Praktijk van het dragen:
- Dragen met rekbare en geweven doek, ringsling, en ergonomische draagsystemen
- Dragen en buidelen van premature baby’s
- Casuïstiek uit de beroepspraktijk
Beroepsprofielen (gebaseerd op Rapport Toekomstbestendige beroepen): HBO: Ondersteunen van zelfmanagement van zorgvragers, regisseren van/bijdragen aan geïntegreerd en multidisciplinair zorgaanbod, preventie. Bevorderen participatie. CanMEDS: Vakinhoudelijk handelen (1.2, 1.3, 1.5, 1.10) Kennis en wetenschap (4.3, 4.8, 4.9) Maatschappelijk handelen (5.2, 5.7) MBO: Ondersteunen van zelfmanagement van zorgvragers, uitvoeren van preventie. CanMEDS: Vakinhoudelijk handelen (1.2, 1.4, 1.8) Kennis en wetenschap (4.1, 4.5), Maatschappelijk handelen (5.1, 5.5) Verzorgende: Ondersteunen van zelfmanagement van zorgvragers, ondersteunen bij algemene dagelijkse levensverrichtingen, bieden van preventie. CanMEDS: Vakinhoudelijk handelen (1.1, 1.2, 1.4, 1.7, 1.10). Kennis en wetenschap (4.1, 4.5) Maatschappelijk handelen ( 5.1, 5.5)
Praktische toepassing: Kinderverpleegkundigen, jeugdverpleegkundigen en kraamverzorgenden kunnen over dragen adviseren wanneer ouders hierom vragen, maar het ook aanbieden binnen het kader van gezinsgerichte zorg, bevorderen mobiliteit/zelfredzaamheid, bevorderen kwaliteit van de hechting, of wanneer er problemen spelen met borstvoeding, huilen en onrust, reflux of andere zorgsituaties.