Na afloop van de cursus wordt verwacht:
dat men weet wat verstaan wordt onder autismespectrumstoornis (ASS)
dat men in staat is tot het vermoeden/’screenen’ van ASS bij de eigen cliëntenpopulatie aan de hand van vragenlijsten/gesprek/observatie
dat men weet waar rekening mee te houden in ASS-diagnostiek (contextuele diagnostiek en reflexiviteit)
dat men kennis heeft van specifieke autisme-instrumenten en de waarde daarvan weet in het diagnostisch proces
dat men de waarde en het belang van testdiagnostiek (als bv. TCI) kan inschatten in de ASS-diagnostiek
dat men onderscheid kan maken tussen ASS en overige DSM-stoornissen
Parnassia Groep