A. De deelnemers krijgen meer kennis van psychosociale problemen.
B. De deelnemers leren meer gericht naar gedrag te kijken en dit te koppelen aan de stemming, het bewustzijn en het cognitieve vermogen van de bewoner.
C. De deelnemers krijgen meer begrip voor het onbegrepen gedrag bij dementie en psychiatrische stoornissen, ook als het gedrag belastend is voor de omgeving.
D. De deelnemers krijgen concrete en praktische adviezen voor de omgang met bewoners die psychiatrische problemen of andere beperkingen hebben.
De volgende doelstellingen zijn afgeleid van de beroepsspecificaties uit de kwalificatiedossiers van verzorgende en verpleegkundige:
Basisdeel 1, kerntaak 1
heeft kennis van ziektebeelden, beperkingen, stoornissen, aandoeningen, comorbiditeit, functioneringsproblemen, behandelingen en bijbehorende gezondheidsrisico's m.b.t. de zorgcategorieën
kan gedragspatronen van de meest voorkomende ziektebeelden en beperkingen herkennen
Basisdeel 1, kerntaak 1, werkproces 6
biedt doelbewust een sturende, motiverende of activerende begeleiding gericht op het handhaven of vergroten van de zelfredzaamheid van de zorgvrager;
stimuleert de zorgvrager doelbewust om handelingen en activiteiten zoveel mogelijk zelf uit te voeren;
toont betrokkenheid bij het fysieke en mentale welzijn van de zorgvrager;
anticipeert adequaat op eigen kracht en mogelijke problemen bij de zorgvrager;
behandelt de zorgvrager met respect, inlevingsvermogen en geduld;