In de eerste 50 uur van de vervolgcursus GeïntegreerdeCognitieve Gedragstherapie, is het doel de algemene kennis met betrekking tot CGt verder te verdiepen en te verbreden. De cursus wil geen herhaling zijn van de basiscursus die de meesten in de GZ-opleiding gedaan hebben (en sommigen ook daarbuiten bij docenten van naam). Daarom beginnen we met het inventariseren van het niveau van de basiskennis van CGt, zodat we niet onnodig in herhaling vallen, maar zo nodig eventueel wel zaken kunnen opfrissen, en van de leerdoelen van de cursisten. Er is veel ruimte voor eigen inbreng.
In de basiscursus heb je misschien geleerd dat CGt staat voor klachtgericht behandelen, waarbij ruimschoots geput kan worden uit evidence based behandelprotocollen. Als psychotherapeut en klinisch psycholoog behandel je patiënten met meervoudige en complexe problematiek. Dan vraagt een behandeling van de therapeut flexibiliteit en creativiteit. Je leert in deze cursus hoe je recht kunt doen aan je patiënt én tegelijkertijd doelgericht binnen het gedragstherapeutische proces kunt behandelen.
We starten met waar het ooit begon, bij Beck, en volgen de ontwikkeling van CGt tot en met de huidige geïntegreerde cognitieve gedragstherapie, waarbinnen veel ruimte is voor interventies vanuit andere referentiekaders. Wat maakt dat het CGt is of blijft?
Dat betekent concreet o.a. dat we naast de cognitieve interventies op de diverse niveau’s en de socratische dialoog ruim aandacht besteden aan imaginatie. Het uitvoeren van CGt in de groep komt aan de orde. Nieuwe ontwikkelingen, soms nog in experimentele fase, worden besproken, zoals bijvoorbeeld het Unified Protocol.
We besteden aandacht aan het uitvoeren van CGt in een groepsbehandeling.
Aan een nieuwe behandelvorm voor persisterende depressie, CBASP, wordt extra aandacht besteed: CBASP is bij uitstek een voorbeeld van een specifieke vorm van CGt bij patiënten die van eerdere CGt en/of medicamenteuze behandeling onvoldoende of slechts tijdelijk hebben kunnen profiteren. CBASP vraagt bijzondere psychotherapeutische vaardigheden.
Na deel A van de CGt-vervolgcursus heb je kennis en vaardigheden opgedaan over hoe je patiënten met complexe problematiek behandelt binnen een cognitief gedragstherapeutisch proces. Dat betekent dat je je kennis over de leertheoretische principes hebt verdiept, dat je vaardiger bent geworden in het toepassen van cognitief gedragstherapeutische interventies en dat evidence based werken een vanzelfsprekendheid is geworden.
Je hebt geleerd dat geïntegreerde cognitieve gedragstherapie een groot speelveld biedt waarbinnen je als psychotherapeut oneindig kunt variëren en doeltreffend kunt behandelen.
Na deze verdieping en verbreding kun je je opleiding vervolgen met de ACT-cursus (deel B) en met Schematherapie. In totaal voldoe je dan aan de eisen van 100 uur vervolgcursus vereist voor het lidmaatschap van de VGCt.