Introductie:
Conversiestoornis, trauma en ingrijpende levensgebeurtenissen zijn nauw met elkaar verbonden. Hoewel we niet kunnen spreken van ‘de oorzaak’, is er bij veel conversiepatiënten wel sprake van een opeenstapeling van stressoren en trauma’s voorafgaand aan het ontstaan van de eerste verschijnselen en/of in de kindertijd. In hoeverre kunnen we conversiestoornis zien als een lichamelijke uitingsvorm van trauma?

De nauwe relatie tussen conversiestoornis en trauma maakt het de moeite waard om traumabehandeling te overwegen. In deze workshop komen verschillende behandelstrategieën aan de orde, zoals CGT, EMDR en hypnose. Centraal in de behandeling staat het opstellen van een met de patiënt gedeelde hypothese over het ontstaan en voortbestaan van de klachten. In de workshop zal tevens aan bod komen hoe de therapeut om kan gaan met onverwachte verschijnselen tijdens het behandelproces, zoals terugval, toenemende lichamelijke klachten waaronder  uitvalsverschijnselen.

De workshop bestaat uit theorie en praktijk. De docenten tonen beeldmateriaal. Er is gelegenheid voor oefenen en het uitwisselen van ervaringen.

Inhoud:
In de workshop zullen de volgende onderwerpen aan de orde komen:

de nauwe relatie tussen CS en trauma/ ingrijpende gebeurtenissen aan de hand van bevindingen uit wetenschappelijk onderzoek
de vraag ‘wat is conversiestoornis en hoe herken je het?’ aan de hand van de DSM-5 criteria/ICD-10 en de diverse verschijningsvormen (beeldmateriaal)
diverse theoretische constructen en toepassing ervan bij de conversiestoornis (somatoforme dissociatie, fysieke traumareacties, fight/flight/fright/freeze (tonic immobility), truncated emotions, structurele dissociatiemodel.
Psychosomatisch werkingsmechanisme.
Algemene behandelstrategieën bij CS: tweesporenmodel, PSF/nonverbale therapieën; zelfcontroleprocedures, CGT (diagnostisch gevolgenmodel), systeemtherapie.
Werken vanuit gedeeld verklaringsmodel van de klachten
Specifieke traumabehandeling bij CS: driefasenmodel, EMDR en hypnose. Met speciale aandacht voor de timing in de behandeling en de verwachting van de client.
Omgaan met complicaties, onverwachte verschijnselen, zoals terugval, een veranderend klachtenpatroon of tegenvallende resultaten.

Het doel:
De deelnemer is in staat om lichamelijke klachten passend bij een conversiestoornis te herkennen
De deelnemer heeft kennis van behandelmogelijkheden bij de traumagerelateerde conversiestoornis
De deelnemer heeft vaardigheden aangeleerd die toe te passen zijn in verschillende fases van de traumabehandeling bij de conversiestoornis
De deelnemer weet wanneer hij/zij er goed aan doet om de patiënt door te verwijzen naar een multidisciplinair centrum, een PSF of andere collega-psycholoog/psychotherapeut
De  deelnemer heeft basale kennis over hoe om te gaan met complicaties tijdens de traumabehandeling bij conversiestoornis.