Inleiding
De module richt zich op het bewaken, ondersteunen en overnemen van vitale functies bij een patiënt na diverse cardiologische interventies waarbij meerdere vitale functies bedreigd zijn in hoog complexe situaties . Je leert de zorgvraag en zorgbehoefte van de individuele patiënt te onderkennen, om vervolgens in de praktijk zelfstandig de verpleegkundige zorg te plannen, te coördineren, uit te voeren en te evalueren in laag tot hoogcomplexe situaties.

Leerdoelen
De student kan na afloop van deze module:
- de normale anatomie en de pathologie behorende bij specifieke cardiologische aandoeningen benoemen;
- uitleggen welke specifieke farmacologische behandelingen in relatie tot de complexe cardiologische aandoeningen uitgevoerd kunnen worden en weet welke observaties en interventies hierbij belangrijk zijn;
- complexe ritme en geleidingsstoornissen beoordelen en weet welke behandeling hieruit voortvloeien en wat de verpleegkundige aspecten zijn;
- de indicaties voor een pacemaker benoemen en weet welke complicaties op kunnen treden en wat de verpleegkundige observaties en interventies zijn;
- uitleggen wat EFO, echocardiografie, isotopenlab en een perfusiescan is;
- de indicaties benoemen voor een ICD implantatie, ablatie en stentplaatsing en weet welke verpleegkundige observaties en interventies belangrijk zijn.