Persoonlijkheidspathologie bepaalt in belangrijke mate de kwaliteit van relaties, werk en andere aspecten van het sociaal functioneren. Bovendien beïnvloedt het de behandelbaarheid van andere (As-I) stoornissen. Adequate diagnostiek en het onderkennen van behandelbare deelproblemen kan veel leed voorkomen. In de DSM-5 is de classificatie van de persoonlijkheidsstoornissen ingrijpend gewijzigd. Het descriptieve categoriale model heeft plaats gemaakt voor een multi-conceptuele benadering. Deze veranderingen zijn opgenomen in Deel III van de DSM-5, als "alternatief model". Naast een nieuwe algemene definitie en een zestal specifieke persoonlijkheidsstoornissen, is daarin er ook plaats voor het vaststellen van het niveau van persoonlijkheidsfunctioneren en een palet van persoonlijkheidstrekken.
Deze cursus integreert uiteenlopende, aan de DSM-5 gerelateerde, theoretische modellen van persoonlijkheidspathologie en bijbehorende methoden van diagnostiek. Naast grondige aandacht voor het proces van diagnostiek wordt er tevens stilgestaan bij de betekenis van deze methoden voor de indicatiestelling en voor het proces van behandeling.