Kennis vergroten op gebied van sondevoeding (indicaties, materialen, onderhoud, probleemoplossing, patiëntbegeleiding en rolverdeling) om zo het proces rondom sondevoeding te optimaliseren en voortzetting na ontslag of overdracht te waarborgen.
Attitudeverandering teweegbrengen waarbij betrokkenen verantwoordelijkheid nemen voor sondevoeding als onderdeel van de behandeling, met een duidelijk te behalen doel en in het belang van de patiënt. Men werkt volgens de principes en leidende richtlijnen in Nederland. Daarnaast wordt men gemobiliseerd de kennis binnen de eigen organisatie verder uit te dragen en de samenwerking met andere zorgverleners ten tijde van overdracht te versterken.
De deelnemer heeft na de scholing;
Inzicht in de meest essentiële zaken die een patiënt met sondevoeding wenst van een zorgverlener bij de dieetbehandeling met sondevoeding.
Kennis en inzicht in de verschillende aspecten die van invloed zijn op het succes van de dieetbehandeling met sondevoeding.
Kennis van screenings- en monitoringsmethode ondervoeding bij patiënten.
Kennis van de verschillende toedieningswegen en de bijbehorende typen sondes voor sondevoeding. Tevens is duidelijk welke rol een juiste keuze hier speelt bij het succes van de dieetbehandeling met sondevoeding.
Kennis van de juiste verzorging van sondes en het voorkomen van complicaties hierbij.
Kennis van het belang en de rol van macro- en micronutriënten bij (langdurig) gebruik van sondevoeding en de juiste keuze per patiënt.
Kennis van de huidige Nederlandse richtlijnen t.a.v. medische indicaties voor en start- en stopmoment van sondevoeding
Inzicht in de rollen van verschillende zorgverleners (binnen en buiten het ziekenhuis) rondom een patiënt met sondevoeding
Kennis van het belang van transmurale samenwerking binnen de regio, bij overdracht van een patiënt met sondevoeding naar een andere zorginstelling of naar huis
Inzicht in de mogelijkheden en afspreken van transmurale samenwerking in eigen regio