Inleiding
Voor u ligt het in draaiboek van de tweedaagse Teach the Teacher STARTmodule versie 2.0. Zie ook: toelichting TtT 2013/CB
Dit draaiboek geeft een overzicht van de 2- daagse training voor opleiders en leden van opleidingsgroepen van de verschillende medisch specialistische vervolgopleidingen. De dagen zijn volgordelijk, getracht wordt om de groepssamenstelling op dag één en twee gelijk te houden, met dezelfde trainer/teacher.
Het draaiboek geeft houvast voor de duo’s: trainers (psycholoog of onderwijskundige) en de clinical teachers die gezamenlijk de training begeleiden. Het draaiboek geeft daarnaast een overzicht van de trainingsactiviteiten, opgesplitst in activiteiten die door de trainer óf door de teacher worden begeleid. In overleg kan de taakverdeling worden aangepast. Het draaiboek wordt gebruikt naast de powerpoint, waarbij de notitiepagina’s nadere toelichting geven bij de trainingsactiviteiten.
Uitgangspunten
Deze trainingsmodule is ontwikkeld volgens de criteria zoals deze in het kernteam Teach the Teacher zijn vastgesteld:
Het faciliteren van professionele didactische ontwikkeling als een ‘life long learning proces’. De opleider kan daarmee zelf de ontwikkeling ter hand nemen;
Competenties van opleiders en leden van de opleidingsgroep zijn leidend (van AMC en KNMG), evenals het scholingskader KNMG;
De tijdsduur van de module is kort waar het kan en intensief waar nodig (maatwerk en variatie in vorm), laagdrempelig qua toegang;
Het aanbod is vraaggestuurd: focus op leervragen van de deelnemers. De STARTmodule wordt voor open inschrijving aangeboden. Groepen die maatwerk willen, kunnen dit -na overleg- krijgen. Ook vindt uitvoering op locatie plaats;
Trainingen zijn programmatisch opgebouwd aan de hand van kenmerkende opleidingssituaties;
Er wordt een theoretisch kader aangeboden om betekenis te kunnen geven aan ervaringen in de praktijk (evidence based education); evidence wordt zichtbaar gebruikt en toegepast (literatuur);
Vanuit een karrenvracht aan onderwerpen, modellen, communicatieprincipes en losse issues die allemaal belangrijk zijn bij opleiden, hebben we keuzes gemaakt tijdens een iteratief proces. De doelen zijn eenduidig en relevant voor de praktijk van het opleiden. Op basis van die doelen hebben we keuzes gemaakt voor de kaders, onderliggende motiveringen (theorieën), richtlijnen en communicatieprincipes.
er bestaan criteria voor een goede uitvoering, de ‘state of the art’. Op basis van richtlijnen (NVMO) en (onderzoeks)literatuur is een soort functionele receptuur te geven over hoe te handelen in de opleidingssituatie. Die willen we t.z.t. in ‘een app’ beschikbaar stellen. Daarmee kunnen de deelnemers (naar verwachting) zelf goed uit de voeten;
in de module gaat het erom deelnemers uit te rusten met kennis en vaardigheden en hen te motiveren om die te toepassen in de opleidingspraktijk. Met behulp van casuïstiek lokken we discussie en oefening uit en brengen we zo verdieping aan met behulp van enkele theorieën en communicatieprincipes.
Voor teachers en trainers is een toelichting TtT beschikbaar, die ingaat op aspecten als: competenties, feedback en beoordelen (KPB’s), Pendeleton en reflectie. We raden iedereen aan om deze te lezen.
Bij de uitvoering van de modules geldt: walk your talk. Dit omdat we als trainers en teachers een voorbeeld zijn voor de deelnemers, bijv.:
de kennismaking op dag 1 is gericht op de leerwensen, -doelen en het startniveau van de deelnemers. Hiermee is de training ‘voorbeeldig’: bij de start van leren is contactleggen, voorkennis activeren en leerwensen/leerdoelen inventariseren en niveau vaststellen (needsassessment) van belang voor het scheppen van een goed klimaat en effectieve begeleiding. Er is s