Na het volgen van de bijscholing kan de verpleegkundige:
- de betekenis van klinisch redeneren voor het zorgproces te beschrijven, gerelateerd aan de patiënt met hartfalen;
- beargumenteren waarom klinisch redeneren de basis vormt voor het professioneel handelen, gerelateerd aan de patiënt met hartfalen
- de bruikbaarheid en relevantie van klinisch redeneren voor de verpleegkundige te beschrijven, gerelateerd aan de patiënt met hartfalen.
- aan de hand van een of meerdere voorbeelden / casus uit te leggen op welke wijze je klinisch redeneren toepast, bij een patiënt met hartfalen