Als je het woord ‘gedoe’ opzoekt in een woordenboek of encyclopedie dan kom je ongeveer het volgende tegen: Gedoe (het): heibel, gedonder, ruzie, stront aan de knikker, weerstand, onwil, ziek melden, herrie, ongezellig, unfair, oncollegiaal gedrag, roddel, afhaken, crisis, verwijten, conflicten, verwarring, besluiteloosheid.

Gedoe wordt dus meestal in negatieve bewoordingen omschreven. De meeste mensen proberen gedoe dan ook te voorkomen of te vermijden. Maar je kunt ook positief tegen gedoe aankijken. Gedoe zorgt voor verandering. Gedoe zorgt voor het door elkaar schudden van de bestaande verhoudingen en vaste interactiepatronen. Gedoe op tafel krijgen geeft energie, lucht op en is de bron van samenwerken, leren en vernieuwen.

Het uitgangspunt van gedoe in de training is daarom: Wees blij met gedoe! ?Als je gedoe herkent, en de goede kanten ervan weet te benutten, dan wordt het een bron van motivatie en energie om veranderingen aan te pakken en met elkaar aan de slag te gaan.

De training 'gedoe op tafel' bestaat uit vier onderdelen:
* Theoretisch kader
* Het herkennen van gedoe
* Het bepalen van de gevolgen van gedoe
* Het aangaan van gedoe oftewel 'het gedoe op tafel krijgen'.

De training helpt de deelnemers om het gedoe dat zij in hun persoonlijke leven of in de werksfeer tegenkomen aan te gaan en te benutten. Tijdens de training wordt op een creatieve wijze geëxperimenteerd met diverse manieren waarop deelnemers dit kunnen doen. Er wordt, op basis van de inbreng van de cursisten, gewerkt met casuïstiek uit het werkveld en situaties uit het persoonlijke leven van de deelnemers.