In de klinische praktijk komen we vaak tegen dat therapeuten over een drempel heen moeten voordat ze grensoverschrijdend of therapieverstorend gedrag van clienten begrenzen. Therapeuten blijken vaak bezorgd dat het contact met de client onder druk zal komen te staan of therapeuten willen clienten niet veroordelen en zijn daarom terughoudend.
Onze ervaring is dat wanneer grensoverscrhijdend gedrag te lang door kan blijven gaan, de correctie die hierop volgt vaak heviger is. Dat kan meer problemen geven in de vertrouwensband tussen client en therapeut. Door juist in een vroeg stadium te begrenzen blijft de werkrelatie met de client behouden en leren cliënten dat grenzen krijgen niet hetzelfde is als bestraft worden.
Het benoemen van de overcompensatie modi zoals de Zelfverheerlijker modus of de Pest en Aanval modus kan voor therapeuten als veroordelend voelen. Voor clienten met deze modi kan het echter zeer helpend zijn als deze worden benoemt. Dat geeft hen de ruimte om deze te onderzoeken en ander gedrag uit te proberen. Het is daarbij van belang om goed onderscheid te maken tussen deze modi en bijvoorbeeld een Boze Kind modus omdat de therapeutische interventies hiervoor verschillend zijn. Voor therapeuten kan het helpend zijn om het verschil tussen het uiten van boosheid en (verbaal) agressief gedrag goed te onderzoeken. Het goed kunnen uiten van boosheid is immers een belangrijke vaardigheid om te oefenen in therapie.
De doelen van deze training zijn:
Therapeuten helpen de overcompenserende modi diagnostisch goed in kaart te brengen en middels een casusconceptualisatie en holistische theorie in een vroeg stadium mogelijke interventies paraat te hebben
Therapeuten handvatten geven om in een vroeg stadium van de behandeling op een goede en respectvolle manier de modi te benoemen die samengaan met het gedrag dat begrenst dient te worden, zonder de clienten hiervoor te veroordelen
Het makkelijker maken om grenzen te stellen of gebruik te maken van empatische confrontaties door overcompensatie modi in een vroeg stadium respectvol te benoemen
Goede afspraken maken omtrent gedrag in een therapiesetting tijdens de start van de behandeling zodat dit verderop in het traject kan helpen als de therapeutische relatie onder druk komt te staan
Het flexibel kunnen aannemen van een passende limit reparenting houding, gegeven de aanwezige (overcompenserende) modus en het handhaven van een veilig therapeutisch klimaat voor de individuele cliënt en de groep
Het in kaart brengen van de behoeften van de client, oftewel het bereiken van het kwetsbare kind, door de overcompenserende modi heen
Beschermmodi begrijpen vanuit de functie die deze voor clienten tot nu toe hebben vervuld en cliënten helpen om deze in het heden te vervangen door een Gezond Volwassen modus en gedrag.
De cursist is na deze training in staat om:
Therapeutische interventies af te stemmen op de verschillende modi (diagnostiek en casusconceptualisatie)
Afspraken te maken met cliënten over respectvol gedrag binnen de therapie, naar de therapeut of andere cliënten. (Start van de behandeling en opbouwen van een goede therapeutische relatie)
Limit Setting naar cliënten bij grensoverschrijdend gedrag
Empatische confrontatie toe te passen als middel voor begrenzing
Werkrelatie met cliënt goed te houden na begrenzing (in een latere fase van de behandeling het contact met cliënt te verdiepen, waardoor moeilijkere interventies beter kunnen worden toegepast)
Samen te werken met co-therapeut bij begrenzing
Gebruik te maken van de kerntechnieken van schematherapie ook bij overcompenserende modi.
Opzet training:
Theoretische onderbouwing door middel van een korte presentatie. Oefenen met eigen praktijkvoorbeelden in rollenspellen. Vertrouwd raken met Schematherapie technieken zoals limit setting, empatische confrontaties, meer sto