De cursus is bedoeld voor paramedici, met name ergotherapeuten, logopedisten, oefentherapeuten, fysiotherapeuten. Aan het einde van de cursus zijn cursisten in staat om de uitgangspunten van de Sensorische Informatieverwerking toe te passen in hun onderzoek, behandelingen en adviezen omtrent de verwerking van zintuigprikkels thuis, op school of op het werk. De nadruk ligt op de invloed van de verwerking van zintuigprikkels, op het doelgericht handelen en op de manier waarop de verwerking van zintuigprikkels te beïnvloeden is.
Inhoud
De normale ontwikkeling van Sensorische Informatieverwerking. Daarbij komt aan bod: de interactie tussen waarnemen en bewegen; de invloed van de sensorische informatieverwerking op het aanleren van motorische vaardigheden; het bewustwordingsproces; de verwerking van zintuiginformatie; de alertheid; het evenwicht; de oog-hand coördinatie en spel en taal. Voorgaande ondersteund met de neurologische onderbouwing hiervan.
Iedere cursist zal zelf de werking van verschillende zintuigprikkels (en verstoringen daarop) ervaren door middel van diverse praktijkopdrachten.
De abnormale ontwikkeling van Sensorische Informatieverwerking. De over- en ondergevoeligheid van de zeven verschillende zintuigsystemen en de gevolgen hiervan op de motoriek, het functioneren en de belevingswereld van het kind. Er is aandacht voor de meest recente modellen over de verwerking van zintuigprikkels of sensory processing met name zoals die door Lucy Miller en Winnie Dunn zijn beschreven.
Onderzoek naar stoornissen in Sensorische Informatieverwerking. Het aanleren en interpreteren van een motorische observatie om problemen in Sensorische Informatieverwerking op te sporen. De Motorische Observatietest (MO) van Lynn Horowitz is samen met de video-analyses (observeren van spel en ADL activiteiten) en het gebruik van verschillende vragenlijsten (oa. de SP-NL) in dit blok een onderdeel van de cursus. Daarnaast is er ruim aandacht voor het aanleren van een gerichte anamnese.
Behandeling van stoornissen in Sensorische Informatieverwerking. Vanuit een theoretisch onderbouwing wordt met behulp van de onderzoekgegevens een behandelplan gemaakt. Hierbij is onder andere aandacht voor het behandelen, het opstellen van een zintuiglijk activiteiten plan (ZAP)/sensorische dieet en de adviezen naar de verschillende milieus waar het kind / cliënt mee te maken heeft. Er wordt (indien nodig) gebruik gemaakt van alle zintuiglijke informatie kanalen als therapie en ondersteuningsmiddel.
Het aanleren van de borsteldruktechniek, volgens de nieuwste inzichten. De borsteldruktechniek kan een onderdeel van de therapie zijn.
Kennisnemen/ toepassen van het Motorprogramma: “How does your engine run” ( Williams/ Shellenberger )
Er wordt speciale aandacht besteed aan de invloed van Sensorische Informatieverwerking op de hoofdhouding, de functie van de mond en het gebruik van de handen. Tevens is er aandacht voor de invloed van Sensorische Informatieverwerking op specifieke problemen zoals moeilijk verstaanbaar gedrag, tenen lopen, afkeer van bewegen, spraak- taalproblemen, eet/ voedingsproblemen en slaapproblemen.
Het opstellen van behandelplannen in zowel de (eigen) werksetting, als aan de hand van voorbeelden op video/dvd.
Praktijkles; cursisten laten de vertaalslag zien van onderzoek naar behandelen op een door de docent aangereikt kind
Al de geleerde stof wordt aan het eind door middel van een eindwerkopdracht/ video analyse en presentatie terug gekoppeld en getoetst.